Kustlijn

Daar is ze dan de lang verwachte kust. De krijtrotsen rijzen stijl op uit het water. Het ruikt lekker. Ziltig. Zo mooi de kustlijn. Zo fijn de zee, het zachte ruisen, heen en weer bewegen van de vloedlijn. Zwaluwtjes nestelen hoog tegen de rand. Scheren omlaag, omhoog, vliegjes vangend.
Er wordt gewerkt aan één van de  huizen boven op de rotsen, hoe lang voor het afbrokkelende krijt het huis bereikt? Mijn auto staat een eindje verderop waar de straat omhoog meandert tussen de huizen met klinkende namen als Jeanettte, Paulette en Eureka. Dat is het eureka: ik heb het gevonden, ik heb het. Een huis in de buurt van de zee, stukjes schrijven en het zoutloze reinigen uitwerken, dat lijkt me een goed plan.

Vooralsnog zit ik op de Veluwe. Ault is alweer een paar weken geleden. Zondag was ik op het strand bij Kijkduin. Geel is de hoofdkleur langs het pad door de duinen. Geel van de zomer en de zon. Het ruist in mijn hoofd. Het is het gezoem van de kolibrie vleugeltjes zeg ik tegen mezelf. ‘Het is het geluid van de vleugels van de kolibrie die je uitnodigt om ja te zeggen tegen een nieuw avontuur.’ Ik trok de kaart de kolibrie, ‘de kolibrie leert ons aardig voor onszelf te zijn en ons persoonlijk domein te beschermen… en leer te vertrouwen op de roep die je steeds heel zachtjes hoort.’ Ik luister. 

Ik zit te wachten op een koppelwachtwoord om mijn Udea account te activeren, ze zijn er mee bezig, met horten en stoten komt die account er wel. Hopelijk wél vandaag nog. In plaats van de bestelling plaatsen ga ik dan maar mijn spullen klaarleggen voor de reis naar Noorwegen. Daar is ook veel water. 

©30-07-2024 ANW

Ik haal je op ik neem je mee

Mijn moeder in de tuin, zit zichtbaar te genieten. Haar tuin. Weet ze nog waar ze is? Ze zegt van wel, maar vraagt gaandeweg heb je ook een wc hier? Die gebruikte ze niet meer toen de gang ernaartoe verstopt raakte. Ik help haar naar binnen. De rolstoel past net. Die wip ik over de drempels. 
We eten soep en salade dat gaat er goed in. De sterke koffie krijgt een scheut water anders moeten er wel vijf scheppen suiker om het bittere te verbloemen.
Ze praat over haar ziekenhuisopname, alweer een aantal jaren geleden, maar voor haar kennelijk als de dag van gisteren. Ze had ademnood zegt ze en ze demonstreert hoe dat ging. ‘Totdat het weer rustig werd’, zegt ze. ‘Ik heb het overleefd en het gaat elke dag een beetje beter’. Dat zeggen als je 91 bent, zegt wel wat.
Ik haal je op, ik neem je mee, zolang het kan. En dat je soms wat dingen gaat herhalen en ik niet weet met welk stukje persoonlijkheid ik praat, je soms de weg kwijt bent, maar elke keer terug in het moment de vogels hoort en de bomen en de bloemen en je zingt en we samen zingen, zolang het duurt.
Dat mijn wens om op reis te gaan gestaag groeit en ik daar gehoor aan wil geven staat in schril contrast met haar wens. ‘Wanneer kom je weer?’ Het is nieuw, die vraag.


©24 juli 2024 ANW

Wandeling in Raye sur Authie

Tijdens het wandelen kom ik een dode das tegen, verregend, maar verder nog intact. Zo jammer, geen idee wat er gebeurt is. Hij ligt op het zandpad ver van de weg, aangeschoten, aangereden?
Na de regen vanochtend is het voldoende opgeklaard om de wandelschoenen aan te trekken en een rondje te lopen. Via Rue en bas, langs de boerderijen richting Fondeval. Rechtsaf langs de bosrand omhoog en via het kerkhof weer terug naar Rue de la Place.

Eén van de leegstaande optrekje is weer bewoond. Vorige keer zag ik al dat er flink gesnoeid was in de rimboe, nu staat er een voiture geparkeerd bij het huis en een dame in de tuin. Ben wel benieuwd in hoeverre ze de bouwval gaan opknappen en of ze het erachter gelegen stuk wildgroei weer in bedwang gaan krijgen.

De lucht is grijs en vochtig en mijn huid een beetje klam. Daar zijn dazen dol op, langs de bosrand wemelt het ervan, ze bewegen met me mee terwijl ik zwaai met mijn armen om ze niet te laten landen, zo geruisloos als ze zijn. In de beek tiert de waterkers welig, in bloei en doorgeschoten, niet (meer) voor consumptie, daarvoor eigenlijk ook al niet. Geen idee hoeveel gif en mest er op het land gespoten wordt, maar naar de enorme groeikracht van de waterkers te beoordelen, enorm dus.

©AnW20-07-2024

I

Compost en bloemen

Na maaien, wieden, snoeien, komt de schoonheid van de tuin weer tevoorschijn.Het composteren van dit alles is nog wel een ding. Prikkelige rozentakken en stekelige heesters horen niet op de composthoop, je haalt je handen eraan open. Gemaaid gras vormt dikke pakketten waar geen lucht meer doorheen komt en zo de boel verstopt. Takken verteren langzaam, maar ze zorgen wel voor lucht in de composthoop.
Dus wat is wijsheid? Het gras kan op een aparte berg met stokken erin, verticaal, om zo gaten te hebben waar licht, lucht en water in kan, dat helpt het composteringsproces.
De takken met dorens en stekels komen op een apart plekje en kunnen tzt in de vuurton.
Grote takken ook apart om te verbranden of als aanmaakhout voor de houtkachel.
Wilde wingerd, klimop en kamperfoelie ook maar apart houden want die gaan in de vochtige compost razendsnel wortelen.
Droog houden, nat houden, wel of geen blad?
In de schaduw of de zon? Een open hoop of een ton? Pfff, mogelijkheden te over.
De open composthoop in mijn volkstuin werkt perfect, half schaduw, half zon, alles gaat er op en ook weer af, haha, eerst dumpen, dan sorteren. Groenafval uit de keuken erbij. Blad en kalk. Eén keer omzetten per jaar. Doorlopend verse compost.
De open composthoop in Raye moet dat met een beetje aandacht, ook kunnen. 
En dan zijn er bloemen…

©19-07-2024

Ruimte in Raye sur Authie

Dat is fijn aankomen, terwijl ik bezig ben binnen met tassen uitpakken valt het licht me opeens op, de lucht buiten kleurt de tuin, de huizen, om tot een plaatje. Dan is er maar één ding te doen. Schoenen aan en gaan. Een van de buren komt naar buiten en neemt vanuit de deurpost foto’s van de prachtige lucht. Die verandert snel. Het is maar een momentopname.

Om me heen ritselt het van het leven. Kwakende eenden, vogels, kikkers. De geur van het gemaaide gras onder mijn voeten.

Dat was zondagavond. Onderweg van Epe met een tussenstop in Rotterdam, een paar uur in de volkstuin in de steeds aanzwellende regen. Mijn spullen weer inpakken.

Onderweg van de snelweg af stuurt de navigatie me door St. Pol een prachtig oud stadje. De luchten worden ruimer, de akkers groter, de afstand tussen de dorpen neemt toe, het aantal huizen af. Het land begint zacht te golven, de regen neemt af, de vergezichten toe. Zo fijn deze ruimte.

9 juli 2024 ©anw

Tralala

De zon schijnt eindelijk, die prikt in mijn rug als ik op de ladder sta om de warboel van clematis, roos, kamperfoelie, kiwi en passiebloem te bedwingen. Ze groeien allemaal bij de ingang van mijn volkstuin de lucht in, gesteund door een magere, maar veerkrachtige doorgeschoten uitloper van de ligusterhaag. Zolang het duurt tenminste. Het is hoog tijd om een pergola te bouwen. De liguster buigt namelijk door onder het enorme gewicht.

Onder de kastanjeboom

In de tuin in Epe onder de kastanjeboom, voor zolang het nog mag duren.
Het huis gaat in de verkoop. Het paradijs van mijn moeder krijgt straks een andere eigenaar. Wat zal die met het landje doen?
Ik gun het een eigenaar met een groen hart. Iemand die de schoonheid van de wildgroei, de inheemse planten, de ongereptheid, weet te waarderen. Iemand die de biodiversiteit in stand houdt. Iemand die de natuur een warm hart toedraagt, de stilte weet te waarderen in het vogelparadijs.
Ik adem hier. Het ademt hier. Er wordt geademd. Deze plek waar mijn ouders en mijn zussen en ik, kwamen wonen in 1969. Waar mijn broer een jaar later werd geboren.
Deze plek waar mijn ouders konden ademen. Geen hek, geen sleutel, praktisch geen deur in huis. De vrijheid, veiligheid die ze in hun jeugd hebben moeten ontberen, in de oorlog in de jappenkampen, die vrijheid vonden ze hier, op dit stukje natuur.
Herinnering haal je niet weg. Je leert ermee omgaan. Mijn moeder doet nooit haar deur op slot. Ze wil kunnen vluchten als dat nodig is. Het stuk dat bang is in mijn hart vindt rust. Het blijken niet mijn angsten te zijn die me doen vluchten. Ik mag blijven. Ik hoef niet weg. Ik mag nee zeggen en ik mag het oneens zijn en mijn ruimte innemen. En ja ik maak fouten en ja ik ben boos en verdrietig, over al die onuitgesproken dingen, die in onze familie rondzingen.
Naast me geurt een bloemetje van de kamperfoelie, die had ik in de kastanjeboom willen laten slingeren. Al die dingen die een mens wil doen. Laten gebeuren. Leren wat van mij is, wat bij mij hoort, wat mijn hart wil en mijn grenzen aangeven. Keer op keer tot het kwartje valt. Is dat zo moeilijk?
Ik ben allergisch voor mensen die heel stellig zijn en dwingend. Voor mij is er niet dat afgescheiden ja en geen nee, het zwart wit denken, er is een heel groot grijs midden gebied, dwingen is manipulatief, net zoals heel stellig zijn. Of zeggen: ik ben er klaar mee, de stopwoordje, de dooddoeners. We kennen ze allemaal.
Ik had niet haar huis mogen opruimen zeggen een broer en zus. Het huis van mijn moeder, maar mijn moeder zegt: “Ik ben blij dat je mijn huis hebt opgeruimd. ” Het is haar huis, het zijn haar spullen. Mijn moeder was dwingend en manipulatief op een heel charmante en innemende manier. Ik neem haar mee naar haar huis en ze zit in de tuin zichtbaar te genieten. We hebben onze strijd gehad samen, nu kunnen we elkaar liefhebben.
Er is vrede tussen ons en daar ben ik dankbaar voor.
Ik ben niet aldoor boos meer. Ik ben vooral verdrietig. Onze jeugd was overschaduwd door onuitgesproken, maar voelbare pijn, van mijn ouders. Laten we ophouden met elkaar pijn doen. Laat ik beginnen met vrede te sluiten, laat ik beginnen bij mezelf. Laat ik vooral me uitspreken, niet meer oppotten, maar kenbaar maken dat ik besta en dat ik grond heb onder mijn voeten.
Ik zoek een huis, een nieuwe woon- en werkplek. Een werkruimte om mee te beginnen zou fantastisch zijn. Ik wil weer in, of in de buurt van Overschie wonen en naar mijn volkstuin aan de Schie. In de buurt van water. In de buurt van de  multiculturele stad. Dichter bij de grens naar het zuiden.
Wie helpt mij bij het vinden van een nieuwe betaalbare plek om te landen?

Einde van een tijdperk

Na 37 jaar mag Mizue Tamaki haar nooit aflatende aandacht, toewijding en lessen laten rusten.
Het voelt als een eind van een tijdperk van de Dojo in Laren.
Zondag was het een feestje, in een voelbare Okido familie. De borrelende levenskracht waarin iedereen zichzelf kan zijn, op zijn of haar eigen unieke wijze. Leren door ervaring.
Er was koffie en zoete taart, uniek voor de Dojo, want dat is er niet in de trainingen. Maar het is feest en het leven is er om balans te maken. Yoga betekent verenigen. Dus ook verenigen van wat wel en niet goed is voor je: “mijn lichaam zelf weet wat goed of slecht is om op te nemen”.
Er werden diploma’s uitgereikt, verhalen verteld, oefeningen gedaan, gedeeld, het was een reünie van mooie mensen, van emotie, klank en beweging.
Ik ben dankbaar voor alle lessen van Mizue, de precisie in de details van die teen, vinger of voet die nog net iets verzet moet worden. ‘Pubic bone down, tailbone up’, gaat nooit meer uit mijn hoofd. Het duurde even voordat ik haar Japanse Engels kon doorgronden en na enige tijd begreep dat het geen butterflies, maar vertebra’s waren.
Ik ben dankbaar voor haar onophoudelijke attentie en herhaling van mijn valkuilen, gewoonten en fysieke correctie.
Ik ben dankbaar voor haar vertrouwen in mij ten aanzien van de zoutloze halfvasten en de uitwisseling daarin. Ik ben dankbaar dat zij en met haar de Okido yoga en alle mensen die daarmee verbonden zijn, op mijn pad is gekomen.
Ik ben dankbaar voor de speech van Emilie van de Raa waarin ik veel herkende en die me raakte:

“Dear Mizue,
The way I stand here is the result of your lessons.
You know my breath, my bones and my muscles.
You know my habits and my history.
You’ve seen me change over a period of 40 years
You followed me and I followed you.
The fact that I was able to retire in this state is also due to my year in Japan
at the Okido yoga dojo in Mishima in 1985 and 1986 as a student and as a
volunteer.
I was already used to some self-imposed hardships, but there I met the
unsurpassed state of inconvenience and learned how to deal with it.
When the last day of my visa arrived, I was relieved and decided I would
never set foot in a dojo again.
But one day I changed my mind and went to Laren anyway for a weekend.
Outside in the fields I called my girlfriend Wilna on my cell phone to ask if
I could count on her mental support if things got out of hand.
That did not happen. It became a turning point.
I experienced how your female leadership had changed the atmosphere.
How there was personal attention for everyone.
How the male dominance had disappeared and the shouting of commands
had faded out as a useless habit.
How learning based on one’s own experience had become the guideline
instead of following fixed theories.
I started to return more and more to Laren
My body started to look forward to the power of the physical recovery caused
by the dojo style training. A necessary counterbalance to the world of sitting
on chairs and working behind the computer. I learned how I could maintain a
good posture despite of the demands of the times.
The semi-fasting training became each year a source of profound knowledge
build on experience. I estimate I’ve done it at least 15 times.
You translated Kunnikyo-senseis words without getting tired and expanded
this knowledge further in Amsterdam. You gave a platform to others to share their wisdom.
I gained insight into my lifestyle and how I could support my body and mind.
Your classes in Amsterdam became a regular point for me.
A recurring input that could have such a big impact in the long term precisely
because of the small steps you taught.
Once we went to the hospital together by metro. On the way back you sat
opposite me. Suddenly you stood up and touched my right knee that had
fallen out .You made me aware of my wrong habit. I saw people looking
around us: What is going on here?
Your instructions were so specialized, focussed on the individual.
You were not afraid to repeat an unpopular message time after time.
I have embraced and applied these messages.
This kind of correction is what I call love.
You were never looking for personal attention.
Your focus was how to continue the work of Master Oki in his line.
I consider this place a sacred place.
You developed it in collaboration with others.
The work that has been done is now be continued by others.
This is the law of nature.
Today we celebrate
what has been achieved,
what is still there
and what is still to come.
I have faith in the future.
I am grateful for all that I have received.
Thank you”
Mizue’s woorden en wensen om mee te nemen:
*Beyond the border, beyond the difference of religions and philosophy.
*Dedicated service based on gratitude.
*A listener rather than a preacher.
Peace

Pauze

Na tien dagen doorwerken op een terras in de zon zakken. Gisteravond gunde ik mezelf een sauna met vooral veel in het zwembad rustig baantjes maken. Ik stootte mijn kleine teentje pijnlijk toen ik de infrarood cabine inwandelde. Dat noopt mij nu tot voorzichtig lopen in mijn schoenen. Straks pak ik mijn ito thermie om het zelfhelend vermogen een steuntje te geven. Ik wilde grasmaaien maar er hapert iets aan de zware benzinemaaier, hij loopt wel, maar het mes snijdt geen gras. Dat wordt een ritje naar de reparateur of op zoek naar een handige buurman. Na twee weken geen koffie drink ik mijn cappuccino met kleine slokjes. Genietend van het bittere vocht. Het koekje laat ik liggen. Gisteren in de sauna nam ik breekbrood daar zaten smerige sausjes bij, tenminste zo ervaar ik het nu. Het brood is zout, de sausjes nog veel zouter. Eigenlijk wil ik mijn ogen dichtdoen en liggen. Op woensdag geef ik ’s middags en ’s avonds les, in mijn pauze wilde ik een kopje soep eten bij het restaurant waarvan ik weet dat hun  soep vers bereid wordt en lekker smaakt. Helaas er is geen kok vanavond. Is dat een job opportunity? Ik haal een maaltijdsalade, speel op safe met sla en zoete aardappel, maar het smaakt nergens naar. Dood voedsel.
Na de reinigingsdagen zijn mijn zintuigen superscherp. Ik ruik beter, ik proef beter, ik zie beter, ik hoor beter én ik voel beter. Elk jaar ga ik ergens anders doorheen in de vier dagen dat ik in de keuken sta. Er is geen vast menu. Mijn keukenmaatje wisselt. De groep is anders. De staf wisselt. Het enige vaste ingrediënt is Mizue Tamaki die al 38 jaar de Okido yoga Dojo runt in Laren (Gld)  De drijvende kracht die de Dojo heeft neergezet in opdracht van Oki sensei. Hij zond leraren naar verschillende Europese landen om zijn gedachtengoed te delen. Toen ik, een beetje uitgeken na jarenlang hatha yoga, op zoek ging naar een andere vorm, maakte ik kennis met okido yoga in Rotterdam. Ik kreeg de smaak te pakken in de lessen van Hatsuko die op een speelse lichte wijze dynamische oefeningen en meridiaanstrekkingen. doceerde. Na elke les voelde ik spieren en sensaties waar ik me niet eerder bewust van was. Deze lessen hadden echt input met een nawerking. Ik tekende de oefeningen in een schrift en nam ze mee in mijn dagelijkse routine. Want één van de fijne aspecten van okido yoga is dat je de oefeningen in je dagelijks leven kunt toepassen. Hoe je zit, staat, fietst, loopt, als je eten bereidt, op een ladder klimt, ramen lapt, tuiniert.
Het duurde nog een jaartje tot de woorden van medecursisten bij me landden. Waarom ga je niet een weekend in Laren doen?
Dat eerste weekend dompelde ik onder in samen oefenen, vroeg op om te chanten, wandelen, in de ochtendlucht, overgave aan wat er aangekondigd werd met een simpel belletje, geen programma dat bekend gemaakt werd van te voren, warme havermout in de ochtend en soep, warme lunch en warm avondeten, een vol programma van ’s ochtends vroeg tot in de avond, geen tijd om in het hoofd te gaan zitten, getrokken naar het hier en nu. Ik werd verliefd op de okido yoga, de filosofie, de Dojo, de manier van leven.
Ik had moeite met veel, het dienstbaar zijn, de gelofte, de gevouwen handen in gassho, mijn aversie voor religieuze regels en wetten werd getriggerd, het eten met duidelijke invloeden uit de Japanse en makrobiotiche keuken. Uien in mijn ochtendpap, zeewier in de soep en in andere gerechten. Mijn lichaam speelde op, steevast knalde de hoofdpijn in mijn kop. En toch onder de pijn en moeite die veroorzaakt werd omdat ik uit mijn comfortzone werd gehaald voelde ik dat mijn levenskracht werd aangesproken, dat iets zich roerde diep in mij en blij werd en krachtig. Langzaam nam mijn harakracht toe, strekte mijn rug en kantelde mijn bekken en groeide mijn flexibiliteit en compassie voor mezelf en anderen. De weg is ingeslagen en het blijft leren en onderzoeken, ervaren en toepassen.
Na 18 jaar heb ik de opleiding zien veranderen. Het strenge regime gestoeld op de Japanse cultuur werd Europeser. De conditie van mensen nu is anders dan toen.
Alles verandert.
De Dojo ondergaat een transformatie. De organisatie wordt overgenomen door een ander. Mizue trekt zich langzaam terug. Dat mag, zij heeft hard gewerkt en mag hoe oud is ze nu 76? het stokje overdragen, dat kon ze tot nu toe niet. Loslaten is een hele kunst. Het voelt wel als het einde van een tijdperk.
Voor het voortbestaan is vernieuwing nodig. De bezem waart door het gebouw.
Nieuwe bedden, matrassen, een begin om de Dojo straks verhuurbaar te maken.
Het gedachtegoed blijft gewaarborgd, zolang het kan zal ik mijn vragen voorleggen aan Mizue en haar kennis raadplegen. Met name over geneeskrachtige toepassingen zoals een taropleister, medicinaal gebruik van tofu en compressen. Mizue ga ik missen in de lessen, haar gedetailleerde aanwijzingen, minieme correcties zitten opgeslagen in mijn systeem. Ik leef de filosofie waar mogelijk ook al heb ik daar mijn eigen wijze draai aan gegeven Maar dat is ook echt okido, we zijn allemaal één en allemaal unieke wezens. Always listen to your life force. Your body knows the answer.
(Wordt vervolgd met het verslag van de reiniging. Er werd wederom een appèl gedaan om mijn kookkunsten op papier te zetten. Een gewoon kookboek met recepten zal het niet worden. Wel met aanwijzingen hoe je kunt omgaan met voeding, zowel met wat je eet, waar je het vandaan haalt en hoe je het bereidt. Ja het is tijd. Al lang.
De kooklessen komen eraan daar is een eerste aanzet voor gemaakt, in Laren in een weekend, inclusief een bosbadwandeling.)
Dus ja, ik kom weer uit bij voeding in alle aspecten én schrijven, omdat ik dat zo graag doe. Mijn ogen hoeven niet meer dicht, ik hoef niet meer te gaan liggen! want na dit opgeschreven te hebben voelt het ontspannen en blij van binnen.
Arigato gozaimashita
15 april ©

Clown

Daar is ze dan, wat wankel nog op de benen, onderzoekend wat dit avontuur gaat brengen.
In de war, onzeker, ongemakkelijk dat zeker ook, zo veel te voelen en over te dragen. Dat allemaal mogen zijn en meer. In het moment het spel uitspelen, groter trager, kleiner, sneller. Binnen, buiten, buiten zijn in verbinding met binnen blijven. Het laten zijn. Wat dan? Alles wat zich voordoet. Geluid maken me uitrekken. De clown in mezelf ontmoeten. Een nieuw talent ontdekken. Hallo en jaaaa zeggen ook en vooral tegen het ongemak. Het kind gewaar worden. Mijn innerlijk kind vrij laten spelen. De tijd vergeten, woorden vergeten, raaskallen, bellen blazen, belletje trekken. Geen plan, geen gedachte, laten gebeuren, reageren. Alsmaar reageren. Zit stil, sta op, beweeg. Alles beweegt. Alles verandert.
De roze bloesem tekent lente, terwijl een hagelbuitje op mijn hoofd tikt. Pauzewandeling. Ruimte te huur, lees ik praktijkruimte, misschien niet hier maar wel op zoek en buiten is een gratis werkruimte in het bos, een wandelavontuur uitzetten. Het hoeft niet snel, maar stap voor stap mijn richting bepalen. Mijn clown bevrijdt mijn angsten, ingehouden woede, aarzeling, pijn en verdriet en laat me mijn soepelheid voelen en zet de schijnwerper op het gemak van bewegen. Authentic movement ritselt het in mijn hoofd, the holy actor, verboden vrouw zingt, de AUM, 5Rhytms en niet te vergeten okido yoga. Het valt allemaal samen in het ‘bosbadventure’. Buiten dus. Wie gaat er mee?
Met een tornmesje haal ik de vast gestikte kleren uit elkaar. Ze waren onderdeel van een installatie en performance. Opnieuw hergebruiken nu. Kleding voor de clown. Een mismatch met mijn zwierige jurk en wollen spencer. Het jeukt in mijn handen, nieuwe creaties onder de naald van mijn naaimachine geboren laten worden. Een verveelde vlieg schiet in mijn gezichtsveld, op de tafel op mijn hand. Nu al? Vliegen? Vanmorgen in de auto op weg naar de training vloog er een ooievaar voorbij met in zijn snavel iets wat op bouwmateriaal voor het nest leek. Ik heb mijn jas en schoenen nog aan. Mijn maag moest eerst gevuld worden. Nu ga ik even liggen. Mijn ogen dicht en de beelden laten vervagen. Zo’n dankbare dag. Zo in overgave. Ik ontving applaus. Ik kan een kunstje. En schrijven dat ook emmers vol.
14 maart ©
Scroll naar boven