Dag lieve ouders

Ik mis mijn vader. Niet permanent en niet meer zo schrijnend maar toch, ik mis hem.

Zijn stem, zijn humor, zijn regelmaat, zijn klompen op het grind en zijn strooien hoedje.

Als ik bel en dan lang aan de telefoon ben hoor ik zijn stem, ‘zo is het wel genoeg, houd het kort en zakelijk, zit je nou nog aan de telefoon…’. Deuren dicht, schoenen uit, kort douchen. 

Hij verzamelde first day covers, enveloppen met stempels op de eerste dag van uitgifte. De hele verzameling staat in dozen bij mij. Hij was punctueel, correct en een gentleman die de deur voor je openhield. 

Mijn lieve vader verloor zichzelf in Alzheimer.

En zijn altijd verborgen oorlogsangsten onder grapjes en anekdotes, barstten uit de doos van pandorra. Hij zag complotten en samenzweringen bij de andere bewoners. Ze kijken naar me, ze luisteren ons gesprek af. Gaan we nu weg, wanneer kunnen we naar huis?

Ik heb kunnen rouwen, rauw op mijn dak toen ik het telefoontje kreeg dat hij overleden was, zo plotseling zo onverwacht. Maar dankbaar dat verder leed hem bespaard is gebleven. 

Hij leende mij geld zodat ik mijn volkstuin kon kopen. Ik betaalde het netjes af in maandelijkse termijnen. Punctueel. Ik houd niet van schulden net zoals hij. Ik heb zijn geordendheid geërfd en de liefde voor papier met zijn achtergrond in de grafische industrie. Niet voor stempels op brieven maar wel voor boeken en schriften. En ik schrijf met zijn vulpen. Ik ben net zo behoudend als hij. Ik houd van ouderwets degelijk handwerk. 

Mijn tuin heeft hij niet vaak bezocht, toen ik mijn ouders op de foto zette in de lente van 2000 de eerste lente in mijn volkstuin, wist ik niet dat hij zo snel zou dementeren. Toen ik geen firstdaycovers meer ontving wist ik wel dat het niet goed ging met hem, want als hij iets niet meer doet wat hij altijd met liefde deed dan is er echt wel wat aan de hand.

Ik mis mijn moeder. Niet omdat ze er niet meer is, maar omdat ik een moeder mis. Toen mijn vader overleed in 2005 verloor ze niet alleen haar man, maar ook haar maatje, beste vriend en de stuctuur in haar leven. En hoe goed mijn vader altijd voor mijn moeder gezorgd heeft werd steeds duidelijker toen zij zichzelf steeds minder goed ging verzorgen. 

O ja ze zorgt wel dat ze er goed uitziet, zo trots en ijdel is ze wel. Maar de dagelijkse zorg voor het huis, de tuin, de administratie het lukt haar niet. En niemand mag helpen, niemand mag aan haar spullen komen. En wij laten haar. En het groeit dicht, het huis, de tuin, de schuren. En wat niet erger kan, wordt erger. 

En nu woont ze in een instelling voor psychiatrische ouderen en voel ik pijn, want ik gun haar een huis met een tuin en niet al die regels en beter gezonder eten en een liefdevolle omgeving. Maar ze kan niet meer naar huis daarvoor is haar oorlogstrauma te groot. En ze weet het en toch houdt ze de droom vast: als ik straks een huisje heb in het noorden vlakbij je zus en een tuin…Ik zeg geen ja, ik krijg een droge mond. Ik zeg: ik ga even naar de wc en was de bittere nasmaak weg.

Ik laat een foto van haar zien aan een vriend: ze wordt ouder zegt hij, een oude Indiaan. En ja verrek hij heeft gelijk mijn moeder is een Indiaan. Hoe ze overleeft op haar manier, veertjes en steentjes verzameld en ’s nachts aan het spoken is.

Ik kan alles vertellen aan haar wat ik doe, ze vind niks bizar. Ze vindt het heerlijk om naar mijn beproevingen op het liefdespad te luisteren en komt dan met haar ontboezemingen.

We hebben strijd en ze zit boordevol overtuigingen en oordelen. Maar tja het is mijn moeder, ik ben uit haar voortgekomen. Mijn ouders hebben mij gemaakt, dus ben ik een halve koppige Indiaan met een strooien hoedje en een charmante inslag.

Dagelijkse dankbaarheid

Het regende vanmorgen cadeautjes…

Özman kwam een schaal zelf gemaakte dolma’s brengen. Hij plukt bij mij de wijnbladeren en zijn vrouw tovert ze om in lekkere hapjes, met yoghurt en knoflook erbij, mjammie. En doordat hij de bladeren regelmatig plukt, rijpen mijn druiven tot mooie trossen. 

Toen ik mijn laptop in mijn fietstas wilde doen zag ik een tweede cadeau, Cokkie breit voor ieder die dat wil een warme col, laat die winter maar komen straks. En het volgende presentje lag in mijn postvak thuis, een briefkaart uit Epe van Margien, met daarop het bericht dat ik het erf zo mooi opgeruimd heb. Ondertussen…oeps eerst even vluchten voor de bui…loopt er een klein ratje langs mijn tuinhuis, op weg naar de compostbak en weer terug, er zit echt niets anders in dan groenafval, maar kennelijk is dit een vegetarische rawfood liefhebber

En dan is er nog een buurman die mijn heg netjes trimt en een vriend die komt helpen met de tuin. Ik kan niet anders zeggen. Awesome. Zo dankbaar.

Iemand en niemand

Dat wat is.

Iemand zegt: ‘Voor vrijheid is niets nodig.

Ware vrijheid betekent alle gehechtheid opgeven.

In wat overblijft, als al het andere voorbij is, kun je je vertrouwen stellen.

Voor vrijheid is niets nodig’. 

En niemand zegt: ‘Als jij vindt dat het zo is’.

Bevestigd willen worden

Kunnen wij zonder bevestiging?

Zoals wijze bomen geruisloos groeien?

Het hele facebook is erop geënt.

Als jij mij liked like ik jou.

Ik leg mijn hoofd tegen de stam en hoor het kloppend hart van de samenleving.

Zie mij, hoor mij, raak mij aan, heb mij lief. 

Totdat de identificatie stopt.

Nostalgie in Montreuil sur Mer

In Montreuil sur Mer. Dat overigens niet aan zee ligt maar ooit handelsplaats was aan de Canche. Waar een, waarschijnlijk ooit in de zeventiger jaren, hip café drijft op de nostalgische vergane glorie. Waar de plaatselijke middenstand oftewel met oordoppen in, zich buigt over de mobiele telefoon, of met de armen gekruisd, stuurs voor zich uitstaart. Het nodigt niet uit om binnen te komen. Wat me overigens ook opviel tijdens de bezoeken aan de brocantes, ze doen niet hun best om van hun spullen af te komen. Alsof het maar bijzaak is om daar te zijn en dat ze eigenlijk wel iets beters te doen hebben, dat dan ook blijkt tegen lunchtijd want dan worden er tafeltjes tevoorschijn getoverd tussen en tegenover de kramen en die worden gevuld met du vin, du pain, du boursin et du plaisir. Het échte leven is dus toch eten drinken en samenzijn. 
Lopend over de vestigingsmuren rondom het stadje heb je prachtig uitzicht. Een deel van de gedempte gracht heeft plaats gemaakt voor bijenteelt en tennisbanen. En een van de talrijke kerken is in gebruik genomen door de brandweer en overal zijn prachtige oude details in ramen, deuren en bestrating te vinden. De café’s hebben tegenwoordig naast vin rouge, pastis en café creme, ook thé infusion en décafe in alle soorten en maten dus kan ik verantwoord bewust kiezen al naar gelang het petje staat. Want na al die jaren trouw Frankrijk bezoeken druipt de nostalgie ook in mijn aderen. En dan smaakt een pastis op een onvervalst Frans terras aan een marktplein als afsluiting van een mooie zondagmiddag opperbest.

Feest met een missie

Terwijl de hele stad zindert van voetbalfans die zich opmaken voor een voor hun idee al gespeelde wedstrijd, bevind ik mij in de serene schoonheid en quasi stilte van het arboretum. Nietsvermoedend was ik op de fiets gestapt. Stevige boodschappentas die aan mijn stuur kan hangen in mijn fietstassen. Voldoende losgeld om contant te kunnen betalen. Op naar de plantjesdag om bijzondere eenjarigen aan te schaffen voor mijn enigszins volle tuin, waar ik alleen nog voor bijzondere exemplaren ruimte creëer.

Bij de Schiekade ruik ik onraad. Een stroom mensen begeeft zich richting centrum.

Aan het oude Shellgebouw aan de Schiekade hangt een metershoog spandoek. Een menigte mensen verzamelt zich op het terras achter het Schieblok en het Stadhuisplein is helemaal afgeladen. De Coolsingel is afgesloten. Mensen, veel mensen, veel meer dan normaal op een zondagochtend. In rood en wit, met sjaals, met blikjes (bier) in hun hand, zwaaiend met grote vlaggen.

En ik denk nog, oh, daar ben ik zo voorbij, maar het stadion van Excelsior Woudenstein, ligt vlak achter Trompenburg besef ik mij als ik dichterbij kom. Daar staat de straat zwart van de mensen. Er is muziek, vuurwerk, politiebusjes, ME, klaar om in actie te komen als het nodig is, wildplassers, zingend, drinkend, zich bewegend richting het stadion dat hermetisch is afgesloten met containers.

Ik keer om en neem een andere weg. De tuin is niet via de hoofdingang te bereiken. Het is rustig binnen de hekken. Heel veel mensen zullen afzien aan een bezoek aan de tuin nu het centrum een soort oorlogsveld is. Feestje van de voetbalhooligans. Daar moet je niet lichtzinnig over zijn. Maar in de tuin is het, afgezien van de overvliegende helikopters, het gescandeer van teksten in de verte en af en toe een knal, aangenaam rustig. Een grotere tegenstrijdigheid kan ik haast niet bedenken. De serene tuin, de bloeiende planten, de wandelaars en daarbuiten de massa feestende mensen. Het feest gaat niet door uiteindelijk, Excelsior wint met 3-0 dat had Feijenoord niet gedacht.

Intussen begeef ik me naar een feestje waar een Mexicaans verjaardagsritueel plaatsvindt. Een pop, een zogenaamde Piñata, gemaakt van papier-maché hangt aan een touw. Het touw is aan één kant bevestigd aan de muur, aan de andere kant houdt iemand het touw vast. De jarige mag als eerste met een stok slaan op de pop, daarna volgen de gasten, te beginnen met de jongste. De persoon die het touw vasthoudt beweegt de pop heen en weer. Bedoeling is op de pop te slaan totdat deze breekt en de inhoud eruit valt. Maar jeetje wat een geweld ontpopt zich hier.

In plaats van de voelbare verscholen agressie in de binnenstad van Rotterdam van de opgefokte hooligans uitten hier een aantal feestende vrolijke vriendelijke kinderen hun, tja, wat zal het zijn? Opgekropte, onverwerkte, ingehouden, weggestopte, irritatie, onmacht, stress… op een pop, die uiteindelijk zijn benen kwijt is en onthoofd zijn inhoud prijsgeeft. De kinderen vallen aan op het op de grond gevallen snoepgoed. De Piñata staat symbool voor de zeven zonden: ijdelheid, hebzucht, lust, afgunst, gulzigheid, toorn en luiheid. De inhoud symboliseert de rijkdom en het aardse genot wordt mij verteld. Wat een leerzame dag. Het ritueel had ik al eerder gezien. Toch zag ik het nu in een ander licht, na mijn ervaring vanmorgen in Rotterdam, waar de feestende mensen mij een gevoel van licht ontplofbaar gaven. De Piñata verslaan is dan gericht geweld waarbij iets kapot gaat met een bedoeling, maar of het dan minder agressief is? 07-05-2017 AW

es klingelt

Zu hören, zu sehen, geliebt

Sein Vertrauen zu sehen ist geliebt zu worden

I have come to know
I can’t save her,
but I can be of service..

16 april 2016

Vrede

Ik heb pijn in mijn buik

Ik huil bakken vol

Ik kan niet meer tegen koffie

Ik houd niet meer tegen wat er uit wil

Ik ben gestorven en weer opgestaan

Ik heb het diepste donkerste van mezelf gezien,

Ik heb mijn demonen binnen laten komen, bestreden en omarmd

Ik ben puur zuiver bewustzijn

Ik ben de stilte ingegaan

Ik ben de angst ingegaan

Ik ben niet weggelopen

Ik wilde niet meer

maar

Iets heeft mij opgetild

Iets heeft mij overeind gehouden

Iets is altijd aanwezig gebleven

Iets heeft mij geleid

Iets zette mij aan om in actie te komen

Iets bracht mij terug naar de liefde

Iets heeft mij nooit verlaten

Iets is sterker dan mijzelf

Iets is zuiver weten

Iets is puur bewustzijn

Iets is verschoven

Iets is versmolten

Alles is nog steeds hetzelfde

Ik ben verandert

en o ja

ik ben boos

boos boos boos boos boos boos boos

boos boos boos boos boos boos boos boos

maar wat is boos

wat is is.

onvoorwaardelijke liefde

Het bruist het borrelt en het leeft. Wat gebeurt er allemaal met mij?

Ik zeg tegen hem: ‘Klankceremonie, sjamanistisch ritueel, soulretrieval en de darshan, nu ben ik wel even klaar, en tja waar ben ik nu?

Op ons eerste afspraakje zoenen we vluchtig. De darshan zendt me rechtstreeks de hemel in, maar ook in tranen, is dat hemel of hel, of beide, of geen van beide? Het is niet te vatten, uit te leggen. Het voelt gelukzalig maar ook bedreigend. Waar ga ik naartoe?

Ik laat me niet meer de wet voorschrijven. Ik ben boos.

Ik zie alles en dat is beangstigend. Ik ben bang voor de kracht, de helderheid, het overzicht, het licht, het inzicht.

Waar ben ik eigenlijk bang voor.

Dat het niet waar is dat ik het verzin dat ze me aankijken: ‘Waar heb jij het nou over. Jij bent raar. Ik vertel er over aan mijn zus en ze zwijgt. Mijn andere zus zegt gisteravond: ‘Niet zo snel Anneke je wilt veel te snel. Huh sorry hoor, zit je voor mij in te vullen, te oordelen, dit is mijn tempo. Waarom zou ik niet snel gaan? Voor jou is het te snel maar niet voor mij. Ik wil me wel aanpassen aan jouw tempo als we samenwerken, maar als ik dingen doe kan ik het op mijn tempo doen en als dat snel is, nou fijn toch, zijn we snel klaar om weer te gaan spelen in de zon. Er is te veel gebabbel, te veel woorden, te veel omhaal. Er is niet luisteren maar invullen, aanvullen.

Luisteren

Luisteren

Luisteren

We luisteren niet

Ik luister niet

Het is niet de eerste keer dat ik te horen krijg dat ik te snel ben. Te snel ga, te snel wil. En o ja, ik ga op mijn bek, keer op keer. Maar is dat omdat ik te snel ga? Ze zegt in de Dojo in Laren: Anneke, jij gaat te snel voor ons. Jij bent al klaar en hebt dingen gedaan, voordat wij begonnen zijn. Duh? Ik sta op, ik doe. Ik denk niet, ik ga.

Ik ben hard gevallen ja. Heel hard. Tot stilstand geroepen. Ik kreeg kritiek. Ik openbaarde mijn werkelijke zelf, ik sprak mij uit. Je bent veranderd zei ze.

Ik vertrouwde hem en ik werd bedrogen en ik zag het gebeuren en ik voelde het, rook het en hij geloofde net zo stellig in zijn leugens als ik ze doorzag.

Hij liet me wachten net zoals mijn moeder me liet wachten en ik pikte het. Ik wachtte mee, hij kwam lachend binnen, waar maak je je druk over, ik ben er toch? Duh?

Ik claim je niet zegt hij. Hij smijt het boek in de hoek dat ik met hem wil delen. Alles moet vanzelf gaan. Hij voelt zich afgewezen als ik een kamer voor mezelf wil. Hij voelt zich afgewezen als ik het vrijen niet fijn vind en hem vertel waar ik zin in heb. Ik mag hem niet leiden naar de plekken in mijn lichaam die aangeraakt willen worden. Hij wil niet experimenteren, samen naar de tantra. Het voelt niet goed. Het is saai. Het voelt niet als spelen en liefdevol bij elkaar zijn. Het is gericht op klaarkomen.

In het familie gesprek wind ik me op, ik word emotioneel en boos. Ze zegt: doe toch rustig en alsof ik door een speld gestoken word: Nee ik doe niet rustig‘, dit wil er uit. En gelukkig zegt de verpleging: ‘Ja natuurlijk het gaat over je moeder, je bent betrokken en zeg maar wat je voelt en neem je tijd‘, en hehe, nee ik ga me niet meer inhouden en nee ik ga geen spelletjes meer spelen. Nee ik ga me niet meer verstoppen, nee ik ga me niet meer aanpassen. Nee, ik geef nu mijn grenzen aan. Ik heb me lang genoeg aan grenzen van anderen aangepast. Ik heb lang genoeg ja en amen gezegd. Ik heb lang genoeg over me heen laten walsen. Ik heb lang genoeg me ingezet en alles gegeven. Ik ben loyaal geweest. Ik heb hard gewerkt. Ik heb mijn best gedaan. Ik ben klaar.

Ik wil rust. Ik wil doen wat zich aanbiedt. Ik wil mooie dingen maken. Ik wil tegen iemand aan kunnen liggen, delen en genieten. Ik wil geen oorlog meer. Er is al mijn hele leven oorlog. Ik ben met de oorlog in huis geboren. Mijn ouders hebben me de oorlog ingeloosd. Hun oorlog. Nou het is niet de mijne meer. Houd je oorlog maar.

Hun oorlog, het kamp waar ze nooit uitgekomen zijn, waar ze ons in hebben opgevoed. Ons thuis was een kamp van zwijgen, niet in het plasje roeren, want dan komt de modder boven. Wisten wij niet waar wij aan toe waren. Was er geen troost, geen inleven, geen invoelen. Geen emotionele steun. Onbetrouwbaar, niet weten wat de reactie is, werden wij vergeten, hun leed groter dan het onze, waren wij er voor onze ouders om te helpen, om te steunen. Waar een ouder is om het kind op te voeden, er te zijn, altijd onvoorwaardelijk, hebben wij moeten ontberen en in de omgekeerde wereld waren wij er voor onze ouders, want een kind kent onvoorwaardelijke liefde.

Scroll naar boven