Tja als er dan één kindje geboren is volgen er natuurlijk meer. Dat gebeurt letterlijk want in mijn directe omgeving worden allemaal baby’s geboren. Leuk en lief en ontroerend al die babytjes en confronterend ook, want ik heb ze niet en zal ze ook niet meer krijgen, nee 51 is echt te oud om moeder te worden. Tijd dus om op zoek te gaan naar een ander kindje om op de wereld te zetten en te koesteren.
Na het eerste stukje tekst wordt nu elke gebeurtenis een aanleiding, een mogelijkheid om over uit te wijden. Woorden, zinnen vormen zich in mijn opschrijfboekjes en op losse papiertjes, argh daar zijn ze weer, die losse papiertjes had ik afgeschreven, maar nu stop ik ze weer in mijn tas, want als ik een boodschap doe of een stukje ga lopen komen er beelden en woorden en die wil ik opschrijven, dan is er weer ruimte in mijn hoofd om verder te fantaseren. Fantasie is er genoeg en schoonheid en filosofie. Er is een ruime incubatietijd aan vooraf gegaan om hier te komen. Jaren, stil van binnen sudderen, ja ik wil graag schrijven, ik schrijf graag, maar wie zit er nu op mijn woorden te wachten. Nou niemand dus, maar dat hoeft nog niet te beteken dat ik ze niet op kan schrijven. Er zijn genoeg schrijvers, net zoals er genoeg beeldend kunstenaars zijn, fotografen, koks, masseurs, yogadocenten, projectleiders, consulenten, vakdocenten om maar eens beroepen te benoemen waar ik me zoal in bewogen heb. Maar wat onderscheid jou van mij? Wat maakt dat de een gezien, gehoord en goed bevonden wordt en de ander zoekend, zich als een koorddanser beweegt. Maar ha nu komt haar koppie boven, wie zei je moet je kop niet boven het maaiveld uitsteken en wie zei niets is moeilijk? Dat kun je trouwens ook op verschillende manieren interpreteren. Het is niet moeilijk want niets is moeilijk als je het maar probeert en oefent, oefent, oefent en niets is moeilijk in de zin van het niets, in het niets zijn is moeilijk. Oei gaan we filosofisch doen, ja omdat ik dat lekker vind, spitten, omdraaien, graven, woorden interpreteren.
Zou ik het verleerd zijn? Kunst maken? Jaren geleden zat ik op de kunstacademie. Ik ging op een andere manier kijken naar de wereld om me heen. De schoonheid waarderen en mijn visie vormgeven. Het is jaren geleden dat ik dagelijks naar mijn atelier ging. Maar de ideeën blijven borrelen, de fantasie houdt niet op, de behoefte om te ‘scheppen’ houdt niet op en een bepaalde manier van kijken naar de wereld verleer je niet. Het voelt als een gemis om niet te scheppen. Ergens ben ik van het pad af geraakt. Die bordjes eten die ik maak, lijken kleine schilderijtjes, maar is het genoeg? Tijdens de zoveelste verhuizing stond ik doeken uit ramen te snijden met tranen in mijn ogen, nee ze konden niet mee, de bus is vol, weg ermee. Maar zo makkelijk kom je er niet mee weg, dus de dwingende behoefte blijft maakt me ongelukkig en jeetje wat duurt het lang en ben ik hardleers om niet gehoor te geven aan wat het hart wil, hoe hard moet je roepen, hoe vaak moet je vallen, hoe diep moet je gaan en al die tijd blijft mijn ziel gewillig en glimlacht en helpt me weer overeind, eens…Is er nog een weg terug? Of een nieuwe weg ernaartoe? Is dit mijn nieuwe kindje om me te manifesteren? Met woorden.