Tegenover alles wat niet goed gaat staat wel iets wat wel goed gaat. De auto is kapot, nog even en ze moet naar het kerkhof, het is een tranendal, een bodemloze put. Ik houd van mijn auto. Ze is comfortabel, groot, ze slurpt benzine ook. Maar ze heeft me overal gebracht waar ik naartoe wilde de laatste tijd, totdat ze begon te brommen. De uitlaat laat los onder de motor, spruitstuk is kapot, grmbl, dat kost doekoes die ik niet heb. Sparen en blijven rijden totdat de herrie ondraaglijk wordt of de uitlaat er onderuit valt kan ook. Kleine stukjes, alleen als het echt nodig is. Geen ritjes meer naar Frankrijk, roekeloos en doelloos te hard rijden op de snelweg, als ik daar zin in heb. Ik houd van rijden, het liefst snel en veel.
Voordeel is dat ik nu het milieu weer ga ontlasten, op de fiets, in de trein.
Ik heb geen huis, nog zo’n tranendal, ik woon hier en daar, een plek om te schuilen is er altijd wel, maar een echte eigen veilige plek ontbeer ik. Overal staan spullen, in mijn oude huis, in de kelder van mijn studio in het tuinhuis, in de studio. Nog even als de zon gaat schijnen dan is mijn huisje weer bewoonbaar. Voordeel is dat ik steeds minder ballast heb. Onthechten. Veel heb ik niet nodig. Je hebt echt genoeg aan een tafel, een stoel, een bed, en een koffer met kleren. Maar ik mis de luxe wel. En vooral het bad, daarom ga ik nu naar de sauna als het even kan.
Ik heb schulden. Dat is onbekend terrein en niets voor mij. Als ik er aan denk word ik zenuwachtig, dus denk ik er liever niet aan en reken me rot om zo snel mogelijk weer alle gaten gevuld te hebben. Maar ik heb er wel van genoten…alles gedaan, gelaten en geen spijt.
Ik heb zoveel wel, en de rest komt ook wel weer goed, alles is. Ik ben aan het thuiskomen en dat is heel wat waard.