Nog nooit zo giftig geweest tijdens de aum. Mijn god wat was ik boos. Ongeremd. Geen tussenstop, geen ego. Nee je komt niet binnen bij mij.
al die mensen die ik over me heen heb laten lopen, die ik me heb laten manipuleren, me laten gebruiken, waar ik me bij heb aangepast. Niet meer dus. Ik laat het niet meer binnen. Het is mijn aum. Het is mijn leven.
De boosheid en onmacht over de kanker in het lijf van een vriend, de boosheid over een nieuwe liefde.
Boosheid en verdriet liggen wel dicht bij elkaar.
Kan ik zacht blijven, in contact met mezelf blijven, liefdevol, ontvankelijk, met compassie. Boos worden is niet erg als het een uitweg vindt, verteerd wordt, verwerkt wordt, losgelaten, uitgesproken, opgelost, zodat je weer beminnen kan.