Op de heenweg ziet het er onheilspellend uit. De lucht is donker, een dreigende wolkenmassa, regendruppels, mist, geen uitzicht, what so ever, mijn brein wankelt, thinking dutch, english, praten voelt als een waterval die net niet past in mijn mond, een soort van borrelende substantie, waarin je tong niet de juiste vorm kan innemen, engels praat je voor in de mond, nederlands in je keel. Ik zit op de rand van de overgang, dromen en denken doe ik in het engels, maar als ik moe wordt, sluit ik de poort en versta ik niets meer wordt het een soort van blur, gekke gewaarwording. anyway. als ik dan nederlands ga praten of schrijven klinkt het ook weer raar, alsof in niet meer weet hoe de zinsopbopuw is en ik denk dat het niet meer helemaal klopt of zo?
Vanmorgen dus op weg naar de Blue Mountains, blue omdat er daar zoveel eucalyptustrees groeien, die hun olie verliezen, evaporate, en dat zorgt voor een blauwe waas, als het tenminste helder en warm is. Vandaag dus niet, geen view, mist….
Maar eenmaal daar is het fijn om in de natuur te wandelen, en we volgen de bordjes naar de lookouts en de watervallen. Langzaam trekt de mist op en ontvouwt zich het landschap, een oneindige diepte met bomen, hoge steile rotsen. Smalle glibberige paadjes, omhoog en omlaag, heb je hoogtevrees dan moet je hier niet zijn. Moet een hell of a job zijn geweest om hier al die paadjes te maken in de rotsen. Simon houdt het voor gezien als ik verder de diepte afdaal langs de steile helling. Om elke hoek heb je een ander perspectief. Als we weer terug lopen opent de hemel, blauwe lucht wolken, net op tijd, de toeristen stroom neemt toe.