Afscheid nemen, van je dierbaren, vrienden die emigreren, dagdag, loslaten. Vrienden die je uit het oog verliest, verhuisd, getrouwd, studeren..
Afscheid nemen van je dierbaren die sterven, de beste vriend van, mijn babytje, mijn vader, het maatje van, de broer van, een vriend…
Afscheid nemen van intieme relaties, leer ik wel, of val ik in herhaling.
Maar de meeste pijn zit daaronder, dieper, besef ik na een diepe aum. Deze keer wel heel heftig in het verdriet en de boosheid. God wat ben ik moe, maar heerlijk dat inzicht.
De verlatingsangst en daarmee bindingsangst zit dieper, niet in het loslaten van de moeder, het doorknippen van de navelstreng en op eigen benen leren staan, nee die heb ik bewust kunnen doen.
Mijn moeder was er niet voor mij, voor ons, daar waar je in je eerste kinderjaren veiligheid nodig hebt als basis, een betrouwbare bron die er altijd voor je is, met onvoorwaardelijke liefde, ze ontbrak. Niet betrouwbaar, niet steunend, niet liefdevol.
Ik was lastig, druk, ongeremd, vragend, verlangend. Ongewild, op de verkeerde dag geboren.Met pijn in haar hart geboren. Dank je wel dat je het zo vaak hebt gezegd. Dus ik zorgde dat ik stil werd, meegaand, onopvallend, geruisloos. Mijn god wat een hel. Verteerd van binnen, opgekropte vulkaan die niet tot uitbarsting kon komen.
Kan ik vergeven, loslaten, ze heeft gedaan wat in haar vermogen lag,
kan ik helen, dan is er geen eenzaamheid meer, geen verlangen, geen alleen zijn, geen gat, loslaten, de lange weg.